Uw schilder heeft gelijk. Als lucht niet uit de ondergrond kan ontsnappen en opgesloten raakt onder de pas aangebrachte verffilm en de lucht wordt vervolgens warm, dan zal deze lucht gaan uitzetten en zullen luchtbelletjes (luchtblaren) ontstaan.

De lucht in de poriën zet uit met blaarvorming tot gevolg. Bij donker dekkend of bij transparant schilderwerk op donker hout kan de zonbelasting nog eens een extra nadelige invloed hebben. In sommige gevallen kunnen dergelijke blaren, na het wegvallen van de druk, wegtrekken en kan de verffilm zich (min of meer vacuüm) vastzetten op de ondergrond. Helaas blijven ze echter vaak zichtbaar.

De gehele timmerindustrie is overgeschakeld op het gebruik van watergedragen verven. Daarvoor werd watergedragen verf in de industrie ook al op grote schaal gebruikt, maar dit was nog niet verplicht. Vandaag de dag worden de nieuwe kozijnen in de bouw overgeschilderd. Binnen met watergedragen verf en buiten vaak met oplosmiddelhoudende alkyd. Dit is geen enkel probleem.

Alkydharsverven kunnen als afwerklaag op acrylaten worden gebruikt en andersom. Wel is het zaak de ondergrond te reinigen en licht te schuren. Vaak is het mat schuren met Scotch Brite voldoende. Het verkrijgen van hechting is in de praktijk geen enkel probleem. Ook het gebruik van oplosmiddelarme alkyds zoals high solids behoort tot de mogelijkheden.

Het is technisch het beste een tuinhuis niet te schilderen. Zonder schilderen is de kans op houtrot het kleinst. Hout kan zonder verflaag gemakkelijker drogen. En droog hout rot niet. Zo vertonen schuttingen die niet zijn geschilderd of gebeitst, vrijwel nooit houtrot. Zodra hout wordt geschilderd, wordt het hout voorzien van een kunststof laagje dat in zekere zin afsluit.

De ene verf sluit meer af dan de andere, maar het feit bij schilderwerk blijft dat in het hout trekkend vocht niet meer zo gemakkelijk kan ontwijken en die plaats vochtig kan blijven. Moet er toch worden geschilderd, dan kan dat het beste met een watergedragen acrylaatdispersieverf. Deze is relatief dampopen en blijft elastisch. Een dergelijke verf is geschikt voor zowel binnen- als buitentoepassing.

Muurverven zijn over het algemeen mat of zijdeglans. Aan het oppervlak liggen voornamelijk vulstoffen en pigmentdeeltjes. Deze verstrooien het licht en zorgen voor diverse eigenschappen zoals kleur, hechting, vulling en beïnvloeden ook de glansgraad. Wordt vuil weggepoetst, dan is de kans groot dat ook dergelijke deeltjes worden weggenomen. Vaak is dat ook te zien bij het afnemen wanneer de kleur muurverf op de poetsdoek verschijnt. Tenminste, wanneer de poetsdoek van kleur verschilt ten opzichte van de muur.

Met dit wegnemen van vulstof- en pigmentdeeltjes, wordt het oppervlak plaatselijk gladder. Het gevolg is dat een glanzende plek ontstaat. Bij afwasbare muurverven zal dit minder snel gebeuren. Hierbij zijn pigment en vulstoffen meer en beter omhuld en ingekapseld door het bindmiddel. Dergelijke producten zijn over het algemeen minder versneden en daardoor vaak ook iets duurder.

Oude verf, in de vorm van smetten, van de muren halen kan het beste door voorzichtig te krabben en/of te schuren. Het komt regelmatig voor dat de negge van metselwerk bij kozijnen op plaatsen verfvlekken vertoont door onzorgvuldig besnijden/schilderwerk. Wanneer het er pas op zit, is het advies de verf te laten drogen en daarna weg te krabben. Met oplosmiddel of, bij watergedragen verven, met water verwijderen, levert vaak een ongewenst resultaat op. Verf trekt dan in de steen, geeft een grotere vlek en is dan helemaal niet meer te verwijderen. Voorzichtig krabben is de remedie. Lukt dit niet: schuren met P80 schuurpapier en, om een bont geheel te voorkomen, eventueel de gehele kop (negge) van de bewuste steen licht schuren.

Verf verwijderen van kunststof moet bij voorkeur gebeuren zonder gebruik van afbijtmiddel of verhitting (föhn of brander). De beste manier is mechanisch schuren. Te beginnen met P80 en wanneer dit onvoldoende effect heeft: P60. Hierna nogmaals en fijner schuren met na P60: P80 en na P80: P100 en P120. Een scherpe schrapper kan droog schrappend helpen; met name in hoeken van profielen en bij verbindingen. Na het schuren en stofvrij maken kan hard PVC voor een betere hechting worden afgewassen met methylethylketon (MEK). Zachter PVC moet worden gereinigd met een minder agressief oplosmiddel, bijvoorbeeld een mengsel van terpentine en MEK (1:1) of een waterige zeepoplossing.
De kunststoffen polyurethaan en fenolformaldehyde (PF) zijn ook goed overschilderbaar. Hierbij is ontvetten met oplosmiddel en schuren voldoende. Polyamiden (PA) zijn zeer moeilijk te schilderen. Vaak treden hier hechtingsproblemen op. Polymethylmetacrylaat (PMMA) en andere acrylaten zijn zonder speciale voorbehandeling van verf te voorzien.

In de praktijk zijn er meningsverschillen over de termen behangklaar en sausklaar. Beide termen komen niet voor in normeringen of regelgeving. Het bedrijfschap Afbouw raadt in haar afbouwlexicon zelfs aan de termen ‘behangklaar' en ‘sausklaar' niet te gebruiken. Het zijn volgens dit schap termen die de lading niet dekken. Veel vaklieden zullen bevestigen dat in de praktijk vrijwel nooit een wand direct klaar is om te behangen of te sausen.

Zowat elke wand heeft een voorbehandeling nodig. Maar niet alleen bij stukadoorwerk is een voorbehandeling nodig, ook bij gietbouw is dat het geval. Betonwanden kunnen worden verbeterd door optimale mortels. Bijvoorbeeld met zelfverdichtend beton en hoogvloeibaar beton zijn goede resultaten te bereiken. Maar toch blijft men ook hier zitten met stort- en bekistingsnaden, kimnaden en centerpengaten.

Ook de norm voor het opleveren van de werkzaamheden is vaak onduidelijk, hiervoor zijn er normen dat de oplevering geschiet bij normaal daglicht en er mag geen gebruik worden gemaakt van strijklicht of met een lamp, de afstand waarbij visueel wordt opgeleverd moet minimaal 2 meter zijn en bij stucwerk is de ondergrond (wand of plafond) nooit geheel vlak zoals een plaat hout of kunststof.

Om (foto)behang aan te brengen moet de ondergrond schoon, glad en vetvrij zijn. Schoon en vetvrij zal geen probleem zijn, maar een met (fijne) kwarts behandelde muur is beslist niet glad. Om de muur glad te krijgen is schuren, afhankelijk van de grofheid en situatie van de muur, een mogelijkheid. Mocht dit niet kunnen of lukken, dan zal de muur eerst gestuukt moeten worden voor het verkrijgen van een gladde ondergrond.

Het schilderen van omkanten van de, naar buiten, draaiende delen, zoals ramen en deuren, hoort bij het buitenschilderwerk. Het gaat hierbij om de onder- en bovenzijde en de sluitzijde. De scharnierzijde behoord tot de binnenzijde.

De sluitzijde mee schilderen is vooral uit esthetisch oogpunt mogelijk gewenst. De onderzijde schilderen is technisch aan te bevelen. Om vochttoetreding te voorkomen is het vooral van belang het kopse hout en de verbindingen voldoende te behandelen.

Bij gecompliceerd gedetailleerde ramen lijkt het lastig om aan te geven tot hoever geschilderd moet worden, maar tot het sluitprofiel is voldoende. Esthetisch en technisch is het niet nodig om nog meer te schilderen. Esthetisch is het af te raden, omdat de kans op smetten van het afdichtingsrubber groot is. Technisch heeft het geen zin, omdat de delen binnen het sluitprofiel niet nat worden en niet te lijden hebben onder weersinvloeden.

Ondergronden met nicotinevervuiling of roetaanslag, ondergronden met vette aanslag en vlekken en ruimten met vochtschade, zoals waterkringen op wanden en plafonds, zijn lastig te behandelen met gewone muurverfproducten. 

Licht vervuilde oppervlakken behandelen met een - specifiek voor verontreinigde ondergronden bedoelde - isolerende verf. Geschikte producten hiervoor zijn onder andere Sigma Renova, Caparol Isodeck, Sikkens Alpha Isolux of Classidur Renoclassic. Bij gebruik van normale, met water te verdunnen binnenmuurverven worden nicotineverkleuringen weliswaar opgelost, maar blijven ze als vlekken zichtbaar. De eerder genoemde verfproducten isoleren dergelijke vlekken echter wèl.

Eén ding moet je nooit doen: afkitten van een kozijn aan de buitenkant. Vocht dat mogelijk in het kozijn komt, kan dan niet meer ontwijken. Rondom afkitten van kozijnen is alleen binnen zinvol. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van kieren. Verfschade en soms houtaantasting aan kozijnen door onvoldoende behandelde omkanten van kozijnen komt meestal alleen voor ter plaatse van de onderdorpel en incidenteel ter plaatse van randstijlen. Bij onderdorpels is er verftechnisch geen oplossing.
Regelmatig bijwerken en zo goed en zo kwaad het gaat de neus mee schilderen, is een mogelijkheid. Wanneer het echt vervelend is of wanneer zich beginnende houtrotschade voordoet, kan een neusprofiel tegen de onderdorpel worden bevestigd. Bij het ontbreken van een waterhol is dit ook een oplossing.